dinsdag 30 juli 2013

Bourgogne op de fiets: Hautes Côtes!

Man en paard in La Romanée
Na een lekker ontbijtje in de tuin van onze gîte  in Gilly les Citeaux, een gehucht onder de rook van Vougeot, waarbij niets ontbrak behalve een uitzicht, togen wij op de fiets naar de wijngaarden. We fietsten door Vougeot en dachten zo te kunnen doortrappen tot Chambolle, maar hadden de dag ervoor geleerd dat dat niet eenvoudig is. Dus even van de pedalen tot “het kruis” en dan linksaf door de wijngaarden, langs Clos de Vougeout en via Grand Crus zoals Grands-Echezeaux (9,14ha), Romanée-Saint-Vivant (9,43 ha), Richebourg (8,03 ha) naar Romanée Conti in Vosne Romanée. Daar waren juist man en paard bezig de grond van La Romanée te ploegen. Een fantastisch schouwspel waar we lang naar konden kijken. Prachtig hoe de man (Jaco Berger) met veel geduld zijn paard na elk geploegd pad het volgende in wist te krijgen: “Souphy! Á GAUCHE!” Het beestje had namelijk een duidelijke voorkeur om rechtsaf te slaan.
 
Net op tijd
Moe, warm en hongerig in Nuits-St-Georges aangekomen bleek (weer) dat wij ons nog niet geheel aan het Franse ritme hadden aangepast: het was al na 14 uur en dan gaan de keukens dicht. Gelukkig vonden we in een straatje achteraf nog een familie-restaurantje “Saint Uguson Caveau-Restaurant”waar wij toch onze coq au vin vonden. Met vooraf escargots en toe fromage. We zijn ten slotte in de Bourgogne. We hadden zin in wit dus kozen voor  Pouilly-Fuissé 05 “Terroir” van Dom. Roger Luguet. De wijn was zacht, romig, niet te vettig en had een mooie houttoon. Een prima lunch-wijn! Hier maakten wij kennis met het kaasje Regale de Bourgogne in een ander jasje: “aux herbes”.
Tegenvallend bezoek
We vonden in dit dorp veel Caves gesloten. Bij Dufouleur heette men ons echter welkom. Hoewel… welkom…. in no-time werden we door iets geleid dat, naar men zei, de wijnkelder was en wat daar allemaal voor moois opgeslagen lag. Binnen twee minuten stonden we in de wijnwinkel waar we geforceerd een paar te proeven wijnen opgedrongen kregen. Vooral moesten we de Hts Cts de Nuits Dames Huguettes kopen! Daar waren alle Nederlanders immers gek op! Daar kwam men in grote getale voor naar deze kelder! Nee, proeven kon niet. En hij werd alleen verkocht in dozen van 6. Ik werd er hypernerveus van, wilde absoluut tijdens dit vreselijke bezoek niets kopen,  maar mijn lief bleef rustig en verzekerde de man dat we de volgende dag met de auto terug zouden komen om heel veel Huguettes te kopen. De schat had ons gered J. Hier wil je niet heen!
En dan... de lucht in!
Onderweg terug naar Gilly zagen we kleine vliegtuigjes boven ons vliegen. En vlakbij landen. Nieuwsgierig fietsten we naar de plek vanwaar ze opstegen aan de rand van Nuits-Saint-Georges. Het overviel mij (ik had het moeten aanvoelen…) toen mijn lief opperde een vlucht te maken over de wijngaarden. Nu. Wellicht is dat laatste wel goed geweest, want een afspraak voor de volgende dag had voor mij een slapeloze nacht betekend. We vonden direct een piloot en hoefden maar een half uurtje te wachten voor we in het vliegtuigje stapten. Wat spannend! Koptelefoon  op, microfoon voor de mond, kap dicht en hup: de lucht in. Wat gaaf! Op de fiets van Gilly naar Nuits-St-Georges was een hele tocht, maar in een vliegtuigje van Dyon naar Beaune is een stukje van nuits. Uh… niets. Wat was er veel te zien: de grote steden die de Côte de Nuits omsluiten, de pittorske dorpjes met hun wijngaarden die allemaal o zo verschillend zijn qua grootte, ligging en begroeiing, de marmergroeves op de toppen van de heuvels, tonnellerie Cadus. Het was een fantastische ervaring!


Thuisgekomen waren we zo moe van alle belevenissen dat wij genoegen namen met een pastis, gevolgd door een bordje ravioli-uit-een-blik (weliswaar door mijn lief getransformeerd tot een fantastische maaltijd door toevoeging van geheime ingrediënten) en een fles Maranges Blanc 07 van Domaine Chevrot et Fils. Erg lekker.
Hautes Côtes
De volgende dag trekken we de stoute schoenen aan en besluiten op de fiets naar Beaune te gaan. Een ritje van ruim 26 km waarover we zo’n 1,5 uur zouden doen. Althans, dat dacht ik. Maar langs de autobaan rijden is niet echt gezellig, dus wij trapten door de wijngaarden van dorpje naar dorpje. Het begrip “Haut Côtes” kennen wij inmiddels J. Die zijn soms wel heel erg HAUT!
Vooral toen we besloten bij Comblancien niet langs de autoweg te gaan (waar wij heen werden geleid), maar via het dorpje Villers-la-Faye. Dat bleek ergens bovenop een heuveltop te liggen waar we 3,5 km tegenop moeten fietsen. Bloed zweet en tranen, maar we hebben het bereikt. Minder goed nieuws was dat er in het hele gehucht geen café of restaurant te vinden was én dat de klok bijna 14 uur sloeg.  En daar hadden wij dus al een slechte ervaring mee.
Een mooie lunch
Gelukkig is het zo dat, als je een berg opfietst, je er ook weer af moet en dat dat dan meestal een stuk makkelijker en sneller gaat. Zo ook in dit geval. Juist op tijd arriveerden we bij hostellerie “Les Terrasses de Corton” aan de Route de Beaune in Ladoix-Serrigny. In plaats van ons normale aperitiefje Pastis laafden we onze dorst met Perrier en Evian alvorens te genieten van een mooi glas wit: Ladoix “Clos Royer”van Dom. Michel Mallard et fils. Lekker fris, mineralig en mooie acaciatonen door juist houtgebruik. Mijn tafelheer koos voor coquilles en ondergetekende voor wat gebakken ganzelever. Wel wat machtig op zo’n warme middag maar toch altijd bijzonder. Als hoofdgerecht ris de veau truffé.  De zwezerik was precies goed bereid: lekker knapperig en niet te vet.
Na weer wat heerlijke streekkaasjes (Époisses, Nuits d’Or) vervolgden we onze reis naar Beaune waar we uiteindelijk na een rit van 3,5 uur aankwamen.
En dan nog terug...
Boekhandel Athenaeum is voor mij een must als ik in die stad ben. Daar kan ik uren in verdwalen. Ik had daar over verteld en toen we binnenkwamen begreep mijn lief meteen wat ik bedoelde. Hij heeft ook zoiets met boeken. Dat is mooi J. We verlieten het pand met een grote tas vol prachtige boeken over de Bourgogne. Maar toen moesten we ook nog terug…
Een optie: er rijdt een trein van Beaune naar Vougeot, fietsen kunnen mee. Andere optie: wij met de taxi terug en later met de auto de fietsen ophalen. Of… gaan we op karakter. Dus op de fiets?
Wij kozen voor het laatste en hebben dat geweten. Uitgeput bereikten we op ons tandvlees na 2,5 uur doortrappen (bij voorkeur toch over kleine weggetjes maar af en toe gedwongen langs de autoweg) onze gîte in Gilly les Citeaux. Gelukkig was de “landlady” thuis en konden wat wijn inkopen. Mijn lief bereidde daarbij een heerlijke Franse uiensoep.
Thuiskomen was nog nooit zo mooi...